Het is belangrijk om goed voorbereid te werk te gaan wanneer je een infiltratiebuffer gaat plaatsen. Om te beginnen moet je de capaciteit van de buffer berekenen. Die bepaalt hoe groot een buffer zal moeten zijn. Vervolgens zul je een geschikte plek moeten vinden om de buffer in te graven. De diepte moet bepaald worden en de graafwerkzaamheden moeten worden georganiseerd. Daarna kan de buffer geplaatst en aangesloten worden. Tenslotte kan de buffer ingegraven worden om hem vervolgens in gebruik te stellen.

Stap 1: Bereken de capaciteit

Om de capaciteit van een infiltratiebuffer te berekenen, tel je eerst alle oppervlakken op die regenwater afvoeren naar de buffer, zoals daken en verharde grond. Vervolgens vermenigvuldig je dit totale oppervlak met de bergingseis van de gemeente, die wordt uitgedrukt in millimeters per vierkante meter (mm/m²). Omdat 1 mm neerslag gelijkstaat aan 1 liter per vierkante meter, geeft deze berekening direct de benodigde infiltratiecapaciteit in liters.

Capaciteit (L) = (Dakoppervlak + Verhard oppervlak) × Bergingseis (mm/m²)


Gebruik onze rekentool >

Stap 2: Bepaal de locatie

Er zijn een aantal factoren waar je rekening mee moet houden als je gaat bepalen waar de infiltratiebuffer zal moeten komen. Om te beginnen mag het grondwaterpeil niet te hoog zijn. Daardoor zou het water in de buffer niet weg kunnen zakken waardoor zijn functie komt te vervallen. Ook mogen er geen kabels en leidingen onder de grond zitten. Daarnaast adviseren wij om de buffer zo ver mogelijk bij bomen en struiken weg te houden, aangezien de wortels het geotextiel kunnen beschadigen. Daardoor zou er zand in de buffer terecht kunnen komen met verstopping als gevolg. Vaak wordt ervoor gekozen om de buffer onder de oprit of in een achtertuin te plaatsen.


Stap 3: Bepaal de graafdiepte

De graafdiepte hangt af van aan aantal factoren. Zo moet je rekening houden met de belastbaarheid van het materiaal en de hoeveelheid belasting die de buffer te verduren zal krijgen. Komt de buffer onder een oprit en zullen er auto's of zelfs vrachtwagens overheen rijden? Zorg dan dat de buffer dieper wordt ingegraven. Houd minimaal 60 cm onder de oprit aan voor normaal verkeer en 80 cm voor zwaarder verkeer. Komt de buffer in een achtertuin of onder een voetpad? Dan volstaat 50 cm onder het maaiveld.

Ook moet je rekening houden met het grondwaterpeil. Als de infiltratiebuffer te dicht bij het grondwaterpeil ligt, kan het water niet goed in de bodem infiltreren. De buffer raakt snel vol en het regenwater kan niet worden opgevangen, waardoor er alsnog wateroverlast ontstaat. Over het algemeen wordt geadviseerd om een afstand van minimaal 50 cm aan te houden tussen de onderkant van de infiltratiebuffer en de maximale grondwaterstand.


Stap 4: Graaf het gat voor de buffer

Wij adviseren om minimaal 20 cm extra ruimte rondom de buffer aan te houden. Dit betekent dat het gat in alle richtingen (lengte, breedte) minstens 20 cm groter moet zijn dan de afmetingen van de buffer zelf. Zorg dat je dit duidelijk markeert met bijvoorbeeld paaltjes. Huur een mobiele graafmachine of schakel een grondverzetbedrijf in om de graafwerkzaamheden uit te voeren. Zorg dat het gat de juiste diepte heeft en dat de bodem egaal en waterpas is. Het is belangrijk dat de bodem stevig is zodat er geen verzakkingen kunnen ontstaan. Gebruik zo nodig een trilmachine.


Stap 5: Plaats de buffer en sluit deze aan

Leg de buffer netjes in het midden van het gat. Sluit de afvoerleiding van het hemelwater aan op de ingaande kant van de buffer. De uitgaande aansluiting is bedoeld voor de overstort. Zo kan overtollig water bij een hevige regenbui uit de buffer stromen als dat nodig is. Als alle aansluitingen stevig gemonteerd en goed gecontroleerd zijn, check dan of het geotextiel niet beschadigd is. Als er tijdens de werkzaamheden een gat of scheur is ontstaan, dient deze gerepareerd te worden om te voorkomen dat er zand in de buffer komt. Als ook het geotextiel in orde is, kan de buffer worden ingegraven.


© 2025 Geschreven door Sake Booi